Pagina inhoud

    Verzet door derden (Titel 9, Boek 1 Rv.)

    Inleiding derdenverzet tegen vonnissen of arresten

    Titel 9, Boek 1 Rv. behandelt het zogeheten derdenverzet. Derdenverzet houdt in dat een derde, wiens rechten door een vonnis van een rechter worden benadeeld, zich kan verzetten tegen dat vonnis (of arrest). De afdeling omvat 5 artikelen (art. 376 Rv. tot en met art. 380 Rv.). Art. 381 Rv. doet niet meer mee sinds 1869.

    Wie mag derdenverzet instellen?

    De derde die verzet wil instellen mag niet direct of indirect als partij in de procedure betrokken geweest zijn. Zij mogen dus niet persoonlijk partij in de procedure geweest zijn, en ook niet via een wettelijk vertegenwoordiger. Ook mogen zij niet optreden als vertegenwoordiger in de procedure, als de vertegenwoordigde in de procedure partij is geweest. Dit geldt ook voor de rol van gevoegde of tussenkomende partij (art. 376 Rv.).

    De ratio achter deze voorwaarde is duidelijk: er mag niet een tweede maal over de belangen van dezelfde procespartij worden geprocedeerd.

    Behandeling derdenverzet

    Het verzet wordt door dezelfde rechter (de wet spreekt nog van ‘door den regter’, kennelijk vond men het bij de eenmaking niet de moeite dit te moderniseren) beoordeeld als door wie het vonnis of arrest is gewezen (art. 377 Rv.). Het derdenverzet wordt ingesteld door middel van een dagvaarding, waarbij alle bij de procedure betrokken partijen dienen te worden opgeroepen. De wijze van procederen bij derdenverzet is overeenkomstig de procedure in gewone dagvaardingszaken. 

    Mocht de derde partij zijn in een geding waarin het vonnis of arrest, waartegen hij verzet instelt, hem is tegengeworpen, dan kan de rechter in die andere procedure daarvan de schorsing bevelen, als daartoe gronden bestaan (art. 378 Rv.). Ook kan de rechter die over het derdenverzet oordeelt beslissen dat de uitvoering van het aangevallen vonnis of arrest wordt geschorst (art. 379 Rv.). 

    Gegrondverklaring derdenverzet

    Mocht het verzet gegrond worden verklaard, dat wordt het vonnis of arrest alleen gewijzigd voor zover het de rechten van de derden heeft benadeeld (art. 380 Rv.). Als de uitspraak onsplitsbaar blijkt te zijn, dan moet het gehele vonnis vernietigd worden.

    Auteur & Last edit

    [TL, 22-10-2018; laatste bewerking MdV 10-06-2023]

    Verzet door derden (Titel 9, Boek 1 Rv.)

    Cicero Law Pack software advocaten juridische activiteiten online

    Praktizijns

    Pagina inhoud

      Verzet door derden (Titel 9, Boek 1 Rv.)

      Inleiding derdenverzet tegen vonnissen of arresten

      Titel 9, Boek 1 Rv. behandelt het zogeheten derdenverzet. Derdenverzet houdt in dat een derde, wiens rechten door een vonnis van een rechter worden benadeeld, zich kan verzetten tegen dat vonnis (of arrest). De afdeling omvat 5 artikelen (art. 376 Rv. tot en met art. 380 Rv.). Art. 381 Rv. doet niet meer mee sinds 1869.

      Wie mag derdenverzet instellen?

      De derde die verzet wil instellen mag niet direct of indirect als partij in de procedure betrokken geweest zijn. Zij mogen dus niet persoonlijk partij in de procedure geweest zijn, en ook niet via een wettelijk vertegenwoordiger. Ook mogen zij niet optreden als vertegenwoordiger in de procedure, als de vertegenwoordigde in de procedure partij is geweest. Dit geldt ook voor de rol van gevoegde of tussenkomende partij (art. 376 Rv.).

      De ratio achter deze voorwaarde is duidelijk: er mag niet een tweede maal over de belangen van dezelfde procespartij worden geprocedeerd.

      Behandeling derdenverzet

      Het verzet wordt door dezelfde rechter (de wet spreekt nog van ‘door den regter’, kennelijk vond men het bij de eenmaking niet de moeite dit te moderniseren) beoordeeld als door wie het vonnis of arrest is gewezen (art. 377 Rv.). Het derdenverzet wordt ingesteld door middel van een dagvaarding, waarbij alle bij de procedure betrokken partijen dienen te worden opgeroepen. De wijze van procederen bij derdenverzet is overeenkomstig de procedure in gewone dagvaardingszaken. 

      Mocht de derde partij zijn in een geding waarin het vonnis of arrest, waartegen hij verzet instelt, hem is tegengeworpen, dan kan de rechter in die andere procedure daarvan de schorsing bevelen, als daartoe gronden bestaan (art. 378 Rv.). Ook kan de rechter die over het derdenverzet oordeelt beslissen dat de uitvoering van het aangevallen vonnis of arrest wordt geschorst (art. 379 Rv.). 

      Gegrondverklaring derdenverzet

      Mocht het verzet gegrond worden verklaard, dat wordt het vonnis of arrest alleen gewijzigd voor zover het de rechten van de derden heeft benadeeld (art. 380 Rv.). Als de uitspraak onsplitsbaar blijkt te zijn, dan moet het gehele vonnis vernietigd worden.

      Auteur & Last edit

      [TL, 22-10-2018; laatste bewerking MdV 10-06-2023]

      Verzet door derden (Titel 9, Boek 1 Rv.)

      Zoeken binnen de kennisbank

      Lawyrup, jouw gratis kennisbank over burgerlijk (proces)recht!